Ik heb de EDM-Challenge-List ( gemaakt door Karen Winters n.a.v. het boek van Danny Gregory) vertaald in het Nederlands.
Zoals de titel van het boek al zegt: Every Day Matters
Iedere dag doet er toe!
Als je oog hebt voor de kleine dingen om je heen, is er veel de moeite waard om te gaan tekenen.
Af en toe ontbreekt misschien de inspiratie om dat te doen en kun je uit 328 onderwerpen kiezen uit deze EDM-lijst
Je kunt de opdrachten in de juiste volgorde maken, maar dat hoeft niet.
In feite kun je elke dag een opdracht maken, zoveel zijn het er! Zelf denk ik aan 1 à 2 per week.
Op internet kom je heel wat mensen tegen die er ook mee bezig zijn (geweest)
Als je gaat zoeken op bijvoorbeeld: EDM#12 kom je aardig wat maaltijden tegen!
Veel plezier!
Teken/schilder:
1. Een schoen.
2. Een bureaulamp of een andere lamp.
3. Een portemonnee(s), portefeuille(s) of
tas(sen)
4. Je beker of kop(en schotel)
5. Je bed
6. Een voor jou dierbaar voorwerp of een
speelgoedje uit je kindertijd.
7. Een fles(je) of pot(je) of bus(je) uit je
keuken.
8. Een horloge of sieraad.
9. Een “georganiseerde chaos”: dus,
bijvoorbeeld je rommelige bureau, werkplek of tafel.
10. Een hand, of twee van jezelf of van een
ander.
11. Je bril of zonnebril.
12. Je avondeten.
13. Je telefoon, die van thuis of je mobiele.
14. Wat je elke ochtend ziet als je net bent
opgestaan.
15. Een boom of bomen of bladeren of takken.
16. Je favoriete stuk gereedschap.
17. Een muziekinstrument.
18. Het uitzicht vanuit een raam van je huis.
19. Iets wat je zelf hebt gemaakt.
20. Iets van/over je vader.
21. Iets ouds, vintage of antiek.
22. Een kledingstuk.
23. Je voet
24. Een stuk fruit.
25. Een drinkglas.
26. Iets waar je van houdt, ook al is het een
groentesoort!
27. Een boek.
28. Een apparaat.
29. Een gebouw of bouwwerk.
30. Een stoel.
31. Iets wat je verzamelt.
32. Iets
van metaal.
33. Een oog.
34. Een gevallen blad.
35. Een fiets, of een deel ervan.
36. Een keertje buiten, tussen de mensen…heb
lef.
37. Sleutels.
38. Iets in het teken van Halloween.
39. Je tandenborstel.
40. Iets wat opgevouwen is of vouwen heeft.
41. Een plattegrond van je woonplaats.
42. Iets waar je dankbaar voor bent.
43. Iets van porselein of aardewerk.
44. Een dier, levend of een knuffel.
45. Je medicijnkist of kast, geopend, met
inhoud.
46. Iets vakantieachtigs (zomer-/kerst-/paas-)
47. Iets wat je nog nooit hebt getekend.
48. Een goed voornemen.
49. Je koelkast: de buitenkant met alles wat er
op- en aanhangt of de binnenkant met alle producten.
50. De ingang van je huis en beschrijf je
thuiskom-gevoel.
51. Je TV waar je favoriete programma op te zien
is en beschrijf waarom je dit programma altijd kijkt.
52. Een hond, van jezelf of een andere en
beschrijf wat deze hond of honden met je doen.
53. Een mond en beschrijf of je altijd in iedere
situatie moet kunnen zeggen wat je denkt/wil.
54. Iemand of iets waar je veel van houdt en
beschrijf deze liefde.
55. Een deurknop of deurklink.
56. Een zelfportret.
57. Een ingelijste foto of prent of schilderij
en geef hierbij een beschrijving.
58. Een hoofddeksel (hoed/pet/muts)
59. iets van de lente
60. Een auto of een onderdeel.
61. 2 of meer dezelfde voorwerpen.
62. 1 van de 61 vorige challenges maar gebruik
hiervoor teken/schildermateriaal dat je bijna nooit gebruikt.
63. Ga wandelen in de natuur en teken wat je
zoal hebt gevonden.
64. De gootsteen van je keuken.
65. Neuzen, die van jezelf, een ander of van je
huisdier(en)
66. Een (bovengrondse) brandkraan en schrijf
over de brandweer.
67. Iets van of over je moeder en schrijf erbij.
68. Je computer, laptop.
69. Iets dierbaars en schrijf er wat over.
70. Je angst en schrijf er over…..als je durft.
71. Iets van of over je favoriete sport.
72. Iets nieuws, of een voor jou nieuwe
omgeving/plek, Schrijf erbij.
73. Een brievenbus en schrijf over het
belangrijkste poststuk (brief/pakket) dat je ooit hebt ontvangen.
74. Wolken en schrijf erbij.
75. De ingrediënten en/of bereidingswijze van je lievelings-recept
en schrijf erbij.
76. bloeiende bloemen.
77. Iets kouds of koels
78. Een souvenir van een plek waar je zelf bent
geweest en beschrijf je herinnering aan die plek.
79. Een oor, 2, 3 of meer.
80. Iets waar je erg blij van wordt en beschrijf
het.
81. Een Lantarenpaal.
82. Je creatieve werkplek met alles er op en er
aan.
83. Een oppervlaktewater vlakbij (rivier,
vijver, meer, kanaal, zee etc)
84. Brood
85. Een winkel vlakbij je huis.
86. Een verkeersbord.
87. Je lunch en schrijf erbij.
88. Iets in beweging door de wind.
89. Een knoop of knopen.
90. Iets met vleugels.
91. Een appel.
92. Een bruine papieren zak.
93. Een eierdoos/ tray met of zonder eieren.
94. Een lepel en schrijf er wat over.
95. Een ansichtkaart.
96. Iets liefs.
97. Een gekregen cadeautje, schrijf erbij.
98. Vrije keuze.
99. Een goed voornemen.
100. Een landschap.
101. Een stuk zeep.
102. Een stopcontact.
103. Een fitnessapparaat of –accessoire.
104. Een peper en zoutstel.
105. Een schaar.
106. Iets zuurs.
107. De plek waar je bezorgde krant ligt.
108. Een gloeilamp.
109. Een klok,vlakbij je huis.
110. Iets met een vlam of vlammen.
111. Een kom of schaal.
112. Iets fris.
113. Een hek of omheining.
114. Iets lelijks wat je toch hebt bewaard,om
sentimentele redenen en beschrijf het.
115. Een boodschappenkarretje of -mandje.
116. Iets groens.
117. Iets ronds.
118. Haren.
119. Stenen.
120. Een zaklantaarn.
121. Een munt of munten en beschrijf een
jeugdherinnering dat met geld te maken heeft.
122. Iets waarbij schaduw de hoofdrol heeft.
123. Een bel.
124. Iets geels.
125. Een vogel.
126. Een spons.
127. Een skyline.
128. Een doorkijkje door de deuropening van de
ene ruimte naar een andere.
129. Mensen in actie.
130. Schoolbenodigdheden.
131. Een spuitfles –flacon.
132. Een ketting.
133. Een perzik.
134. Een vertrouwd persoon of object maar vanuit
een ongewone hoek.
135. Een salade.
136. Iets wat leeft.
137. Iets wat je aan en uit kunt zetten.
138. Iets zachts.
139. Iets met een handvat.
140. Een envelop.
141. Iets met borstels.
142. Iets heets.
143. Kruiden, vers, gedroogd of in een potje.
144. Iets vierkants.
145. Een boom in de herfst.
146. Je lievelingseten.
147. Iets van hout.
148. Iets kalmerends, iets waar je rust in vindt.
149. Een bezem.
150. Een kaars.
151. Vrije keuze.
152. Een noot of nootjes.
153. Iets verpakt in plastic.
154. Een citroen.
155. Iets met treden of een trede.
156. Een belegde boterham.
157. Een handdoek.
158. Popcorn, gepopt en/of ongepopt.
159. Je favoriete keukengereedschap.
160. Een medaille, bokaal of beker.
161. Iets wat heerlijk ruikt.
162. Je ontbijt.
163. Speelkaarten.
164. Een (foto)camera.
165. Je huis vanaf de voorzijde.
166. Een vis.
167. Iets wat gerepareerd zou moeten worden.
168. Je dagelijkse krant.
169. Een stuk taart.
170. Een rits.
171. Een ijsje.
172. Iets wat glinstert,fonkelt.
173. Iets uit je hoofd.
174. Een brug.
175. Een mand(je) met inhoud.
176. Iets zomers.
177. Een vlag.
178. Iets roods.
179. Een ui.
180. Iets in je lievelingskleur.
181. Een vuilnisbak of –container.
182. Een vrachtwagen.
183. Iets gevaarlijks.
184. Een bankje in het park, of ergens anders
buiten.
185. Een kat.
186. Iets wat je altijd al zou willen hebben.
187. Een ventilator.
188. Een pinda, in of uit de dop.
189. Een scheermes of –apparaat.
190. Een kleuren palette.
191. Papiergeld.
192. Iets wat drijft.
193. Een close-up van een deel of onderdeel van
iets.
194. Een gebakken aardappel.
195. Een vork.
196. Een touw.
197. Een afstandsbediening.
198. Pasta.
199. Een teen.
200. Iets wat geluk brengt.
201. Een nietmachine.
202. Een koek(je)
203. Een glas sap.
204. Iets wat ijskoud is.
205. Een blikje frisdrank.
206. Iets met een leuk/bijzonder dialectwoord.
207. Een schelp(dier).
208. Iets wat net even anders is dan anders.
209. Een schaduw.
210. Ondergoed.
211. alledaags, in de stijl van een oude meester.
212. Iets Iets met een spiegelbeeld..
213. Een magnetron.
214. Iets wat te maken heeft met je favoriete
Hobby.
215. Je duim.
216. Je zelfkritiek en onzekerheden.
217. Een paraplu.
218. Een mes.
219. Een raam.
220. De maan.
221. Een gameboy of andere hand-spelcomputer.
222. Je favoriete gereedschap.
223. Je favoriete geluid.
224. Een pul of kan.
225. Iets plakkerigs.
226. Een schroef.
227. Een shopper of boodschappentas.
228. Iets waar je om moet lachen.
229. Zomervreugde.
230. Een landkaart of plattegrond.
231. Je rommellaatje.
232. Je laatste aankoop.
233. Je favoriete drankje.
234. Iets van iemand anders.
235. Een vlinder.
236. De palm van je linkerhand.
237. Het uitzicht van onder je bed,, of wat er
onder je bed te zien is.
238. Iets uit je EHBO-trommel.
239. Iets waar je van geschrokken bent.
240. Je favoriete potlood of zomaar eentje.
241. Het uitzicht vanuit je keukenraam.
242. Een beeldje.
243. Een kussen.
244. Het oudste in je koelkast.
245. Iets Oktober-achtigs.
246. Handschoenen.
247. Iets griezeligs.
248. Een slot (sluiting)
249. Een koffiepot.
250. Iets wat je gratis hebt gekregen.
251. Parfum,of iets geparfumeerds.
252. Een den of spar.
253. Je sokken.
254. Iets vrolijks.
255. Een medereiziger in bus, tram of trein.
256. Iets hobbeligs/bobbeligs.
257. Een kamerplant.
258. Je kledingkast,van binnen.
259. Het uitzicht vanuit het perspectief van je
(een) huisdier.
260. Een gevulde koffer.
261. Een wintersportactiviteit.
262. Je douche of badkuip.
263. Je favoriete schoonmaakspulletjes.
264. Je vloer.
265. Een buur.
266. Iets wat je koestert of iemand.
267. Iets buigzaams/flexibels.
268. Iets wat je nodig hebt, of behoefte aan
hebt.
269. Iets waar je je aan ergert.
270. Iets wat je de moeite vindt om te bewaren.
271. Vrije keuze.
272. Een illustratie over een regel van een lied.
273. Een verzameling gereedschap (schuur/keuken
etc)
274. De omslag van je favoriete boek.
275. Een tube tandpasta.
276. Een (jouw) supermarkt.
277. Iets wat je graag had willen uitvinden.
278. Iets wat begint met de eerste letter van je
naam.
279. Iets wat begint met de laatste letter van je
naam.
280. Iets opvallends, iets wat je niet dagelijks
ziet.
281. Iets waar je warm of koel van wordt.
282. Iets wat je eigenlijk zou moeten doen, maar
tot nunog altijd hebt uitgesteld.
283. Iets wat glimt/ glanst.
284. Je eigen stad/dorp.
285. Iets wat van de zon houdt.
286. Een shirt.
287. Iets kleurigs.
288. Iets met stippen of vlekken.
289. Een gekregen gebruiksvoorwerp, dat je nog
nooit hebt gebruikt.
290. Een theepot.
291. Een nieuw omslag voor een favoriet boek.
292. ’s nachts.
293. Iets van glas.
294. Iets wat je doet glimlachen.
295. Geroosterd brood,, crackers of beschuit.
296. Iets oranje.
297. Een fles water.
298. Iets raars of vreemds.
299. Een tafel.
300. Iets helders.
301. Iets schattigs, snoezigs.
302. Iets in actie/beweging.
303. Iets wat bevroren is.
304. Iets wat je kunt strikken, vastbinden.
305. Iets gigantisch.
306. Een snack, tussendoortje.
307. Iets rauws.
308. Iets glibberigs.
309. Iets met meer dan 2 benen/poten.
310. Een laatje met rommel.
311. Iets waar je er altijd 2 van moet hebben.
312. Iets lichts, wat bijna niks weegt.
313. Iets hoogs.
314. Iets met een knop.
315. Iets onder water.
316. Een vakantie herinnering.
317. Je haar in de ochtend, als je net je bed
uitstapt.
318. Iets met nummers of getallen.
319. De gedekte tafel voor het diner thuis of in
een restaurant.
320. Iets wat je weg gaat geven.
321. Iets wat verboden is.
322. Iets waar je mee bezig bent in’t leven.
323. Iets droevigs.
324. Een tuingereedschap.
325. Iets blauws.
326. Iets wat in je jaszak past.
327. Iets supers!
328. Iets met knopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten